obuv

Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

obuv v

  1. (schoeisel) schoeisel; alles wat men om de voeten heen kan dragen, zoals schoenen en laarzen
Verwante begrippen
  • obuvák m
  • obúvať
  • obuvnícky
  • obuvníctvo o
  • obuvníčka v
  • obuvník m

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɔbʊf/
  • Geluid:  obuv    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • obuv
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *obuvь

Zelfstandig naamwoord

obuv v

  1. (schoeisel) schoeisel; alles wat men om de voeten heen kan dragen, zoals schoenen en laarzen
Verbuiging
Synoniemen
  • boty vmv
Hyperoniemen
  • oděv
Hyponiemen
  • bačkory
  • bota v
  • holínky
  • sandály
  • střevíce
Afgeleide begrippen
  • obuvní
Typische woordcombinaties
  • dámská obuv v – damesschoenen
  • letní obuv v – zomerschoenen
  • obchod obuví monbezieldschoenenwinkel
  • zimní obuv v – winterschoenen
Verwante begrippen
  • obout
  • obuvník m
  • obuvnický
  • obuvnictví o
  • obuvničit
  • zout

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.