overweg

Nederlands

(klemtoonhomogram)

Uitspraak
  • Geluid:  óverweg    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈovərˌwɛx/ (3 lettergrepen); /'ovərʋɛx/
  • Geluid:  overwég    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˌovərˈwɛx/ (3 lettergrepen); /ovər'ʋɛx/
Woordafbreking
  • over·weg
Woordherkomst en -opbouw
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord overweg overwegen
verkleinwoord overweggetje
overwegje
overweggetjes
overwegjes

Zelfstandig naamwoord

[A]deóverwegm

  1. een kruising van een weg met een spoorbaan.
    • De overweg was gesloten omdat er een lange goederentrein aankwam. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Bijwoord

[B] overwég

  1. ~ kunnen met: goed kunnen opschieten met iemand.
    • Nadien konden zij een stuk beter met elkaar overweg. 
     Er was vaak een gitarist, die niet echt goed was, maar prima overweg kon met de basisakkoorden voor Bobs ‘Blowing in the Wind’.[4]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord overweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. overweg op website: Etymologiebank.nl
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.