peuk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  peuk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • peuk
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kort eindje van sigaar of sigaret’ voor het eerst aangetroffen in 1897 [1] [2] [3][4]
enkelvoud meervoud
naamwoord peuk peuken
verkleinwoord peukje peukjes

Zelfstandig naamwoord

depeukm [5] [6]

  1. overblijfsel van een opgerookte sigaret of sigaar
    • De roker gooide de peuk achteloos weg. 
  2. (informeel) sigaret
    • Ik ga even peuken halen. 
     De man ging bij het vuur zitten en stak een peuk op, net als de Marlboro-man uit de oude reclames.[7]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord peuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[8]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.