reformator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reformator    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·for·ma·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reformator reformatoren
reformators
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dereformatorm

  1. hervormer (b.v. (religie) op het gebied van de kerk, het geloof) [1]
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord reformator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Latijn

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

rĕfōrmātŏr m

  1. veranderaar, verbeteraar, hersteller
  2. (post-klassiek) hervormer
Verwante begrippen
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.