schouwen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schouwen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schou·wen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kijken’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1] [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schouwen
schouwde
geschouwd
zwak -d volledig

Werkwoord

schouwen [4] [5] [6]

  1. overgankelijk (formeel) inspecteren, bekijken [7]
  2. overgankelijk innerlijk waarnemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

deschouwenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schouw

Gangbaarheid

  • Het woord schouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[8]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.