skok

Nedersorbisch

Woordafbreking
  • skok
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *skokъ

Zelfstandig naamwoord

skok m

  1. sprong
Verwante begrippen
  • skokaś imperfectief / skócyś perfectief


Pools

Uitspraak
  • IPA: /skɔk/
  • Geluid:  skok    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • skok
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *skokъ

Zelfstandig naamwoord

skok monbezield

  1. sprong
  2. (spreektaal) diefstal, overval, beroving
Verwante begrippen
  • skakać

Meer informatie


Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /skɔk/
Woordafbreking
  • skok
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *skokъ

Zelfstandig naamwoord

skok m

  1. sprong; de beweging van een lichaam
    «Je to malý krok pre človeka, ale veľký skok pre ľudstvo.»
    Het is een kleine stap voor een man, maar een grote sprong voor de mensheid.
  2. (figuurlijk) sprong; een plotselinge verandering
Afgeleide begrippen
  • skokan m
  • skokový
  • zoskok m
Typische woordcombinaties
  • skok do diaľky
  • skok do výšky
Verwante begrippen
  • skočiť
  • skokanka v

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /skɔk/
  • Geluid:  skok    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • skok
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *skokъ

Zelfstandig naamwoord

skok monbezield

  1. sprong; de beweging van een lichaam
    «Před skokem se rychle rozběhl.»
    Hij rende snel voor de sprong.
  2. (figuurlijk) eventjes; een kort verblijf op een bepaalde plek
    «Mohu se u vás zastavit, ale jenom na skok.»
    Ik kan bij jullie langskomen, maar alleen eventjes.
  3. (figuurlijk) sprong; een plotselinge verandering
  4. (informatica) sprong; het vervolgen van het uitvoeren van instructies vanaf een andere adres
    «Příští týden nás opět čeká teplotní skok.»
    Volgende week wacht ons opnieuw een sprong in temperatuur.
Verbuiging
Synoniemen
  1. skákání o, skočení o
  2. okamžik monbezield, chvilka v
  3. –
  4. –
Afgeleide begrippen
  • doskok monbezield
  • chvostoskok monbezield
  • meziskok monbezield
  • nadskok monbezield
  • náskok monbezield
  • odskok monbezield
  • podskok monbezield
  • poskok monbezield
  • průskok monbezield
  • předskok monbezield
  • přeskok monbezield
  • přískok monbezield
  • rozskok monbezield
  • seskok monbezield
  • skokáda v
  • skokan mbezield
  • skokem (bw.)
  • skokový
  • skoky
  • skůček monbezield
  • trojskok monbezield
  • úskok monbezield
  • vskok (bw.)
  • vskok monbezield
  • výskok monbezield
  • záskok monbezield
Typische woordcombinaties
  • být někde jen na skok – alleen ergens eventjes aanspringen
  • cenový skok monbezield – koerssprong
  • myšlenkový skok monbezield – gedachtesprong
  • skok do dálky / skok daleký
  • skok do výšky / skok vysoký
  • skok o tyči
  • Velký skok / Velký skok vpřed
  • zastavit se na skok – ergens eventjes langskomen
Verwante begrippen
  • odskakovat imperfectief / odskočit perfectief
  • odskočení o
  • poodskočit perfectief
  • poskakovat imperfectief / poskočit perfectief
  • poskočení o
  • poskočit si perfectief
  • poskokový
  • předskokan mbezield
  • přeskokový
  • přeskočení o
  • přeskakování o
  • přeskakovat imperfectief / přeskávat / přeskočit perfectief
  • přeskakovávat imperfectief
  • seskokový
  • skákavý
  • skákat imperfectief / skočit perfectief
  • skočit si perfectief
  • skokanka v
  • skokanský
  • skokově (bw.)
  • vyskočit
  • záskokový
Anagrammen

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.