socrus
Latijn
Zelfstandig naamwoord
sŏcrus v
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | sŏcrus | sŏcrūs |
genitief | sŏcrūs | sŏcruum |
datief | sŏcruī (sŏcrū) | sŏcribus |
accusatief | sŏcrum | sŏcrūs |
vocatief | sŏcrus | sŏcrūs |
ablatief | sŏcrū | sŏcribus |
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
- consocrus, prosocrus
- socrus magna, socrus maior
Opmerkingen
- In de oudste geschriften kan socrus ook mannelijk zijn, maar in alle latere tijden prevaleert de vrouwelijke betekenis.
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.