trompet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trompet    (hulp, bestand)
  • IPA: /trɔmˈpɛt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • trom·pet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trompet trompetten
verkleinwoord trompetje trompetjes

Zelfstandig naamwoord

detrompetv/m

  1. (muziekinstrument) koperen blaasinstrument met ventielen
    • Ik speel al twee jaar lang op de trompet. 
Hyperoniemen

aerofoon, blaasinstrument, muziekinstrument

Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Overerving en ontlening
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
trompetten

trompet

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van trompetten
  2. gebiedende wijs van trompetten

Gangbaarheid

  • Het woord trompet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Indonesisch

Woordafbreking
  • trom·pet
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

trompet

  1. (muziek) trompet
Schrijfwijzen

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /tɾumˈpeːt/
Woordafbreking
  • trom·pet
Woordherkomst en -opbouw
  1. [1]
Naar frequentie
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   trompet     trompeten     trompeter     trompetene  
genitief   trompets     trompetens     trompeters     trompetenes  

Zelfstandig naamwoord

trompet, m

  1. (muziekinstrument) trompet
    «Den trompet spiller en viktig rolle i livet mitt.»
    De trompet speelt een belangrijke rol in mijn leven.
  2. gebruikt als onderdeel van samengestelde zelfstandige naamwoorden waarbij het object laat denken aan een trompet
Hyperoniemen
  • [1]:  blåseinstrument zn 
  • [1]:  messingblåseinstrument zn 
  • [1]:  musikkinstrument zn 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • spille trompet i orkesteret
in het orkest trompet spelen
  • blåse et signal i trompeten
op de trompet een signaal blazen

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /tɾumˈpeːt/
Woordafbreking
  • trom·pet
Woordherkomst en -opbouw
  1. [2]
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   trompet     trompeten     trompetar     trompetane  

Zelfstandig naamwoord

trompet, m

  1. (muziekinstrument) trompet
  2. gebruikt als onderdeel van samengestelde zelfstandige naamwoorden waarbij het object laat denken aan een trompet
Hyperoniemen
  • [1]:  blåseinstrument zn 
  • [1]:  massingblåseinstrument zn 
  • [1]:  musikkinstrument zn 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • blåse ein lang støyt i trompeten
een lange trompetstoot blazen
  • blåse på trompeten
op de trompet blazen
  • spele på trompeten
op de trompet spelen
  • spele trompet i orkesteret
in het orkest trompet spelen
  1. Weblink bron “Bokmålsordboka : trompet” op ordbokene.no
  2. Weblink bron “Nynorskordboka : trompet” op ordbokene.no
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.