varensman

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  varensman    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • va·rens·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord varensman varenslui
varenslieden
varensmannen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

devarensmanm

  1. (beroep)lid van de bemanning van een schip
    • Het is het jaar 1868 en de reiziger in dit boek is ds. P.Heering. Hij is geen zeeman en ziet alles met andere ogen dan een varensman. [1] 
    • Voor de zeeman in vroeger tijd was de bijbel verplichte kost. Tegenwoordig kan de varensman van alle rang of stand zijn eigen reisbi- bliotheekje laten samen- stellen, met boeken ter verstrooiing of educatie. Dat alles dank zij de Bibliotheek voor Varenden te Rotterdam. [2] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord varensman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
37 %van de Nederlanders;
28 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Telegraaf 21 okt. 2013 Van Nieuwe Diep naar Batavia
  2. NRC F.G. de Ruiter 6 mei 1995 Boeken op zee
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.