viooltje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  viooltje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vi·ool·tje
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord viooltje viooltjes

Zelfstandig naamwoord

hetviooltjeo dim. tant.

  1. (bloemplanten) een geslacht Viola  uit de viooltjesfamilie (Violaceae )
    • Zij heeft een paar viooltjes thuis. 
  2. (muziek) een kleine uitvoering van de gewone viool
    • Mijn dochter speelt voorlopig nog op een driekwart viooltje. 
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • heideviooltje, veldviooltje
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

hetviooltjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord viool

Gangbaarheid

  • Het woord viooltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.