vleeseter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vleeseter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvlesetər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vlees·eter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vleeseter vleeseters
verkleinwoord vleesetertje vleesetertjes

Zelfstandig naamwoord

devleeseterm

  1. (biologie) een vleesetend dier
  2. persoon die vlees eet en dus geen vegetariër is
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vleeseter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.