wandelkaart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wandelkaart    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɑndəlˌkart/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈʋɑn.dəɫ.ˌkart/, /-dɔɫ-/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɑn.dəɫ.ˌkart/
Woordafbreking
  • wan·del·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wandelkaart wandelkaarten
verkleinwoord wandelkaartje wandelkaartjes

Zelfstandig naamwoord

dewandelkaartv/m

  1. een kaart waarop wandelpaden en wandelroutes staan aangegeven
    • Zij hadden voor hun wandelvakantie een halve tas vol wandelkaarten aangeschaft. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord wandelkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.