woordenboek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: woordenboek (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwordə(n)ˌbuk / (3 lettergrepen); /ˈʋɔːrdə(n)ˌbuk/
Woordafbreking
- woor·den·boek
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘dictionaire’ voor het eerst aangetroffen in 1584 [1]
- samenstelling van woord en boek met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woordenboek | woordenboeken |
verkleinwoord | woordenboekje | woordenboekjes |
Zelfstandig naamwoord
het woordenboek o
- (taalkunde) een boek waarin de woorden en uitdrukkingen van een taal zijn gerangschikt met hun grammatische eigenschappen, gebruiksmogelijkheden, betekenissen of vertalingen
- Kunt u mij dat woordenboek uit de boekenkast even aangeven?
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een boek waarin de woorden en uitdrukkingen van een taal zijn gerangschikt met hun...
Gangbaarheid
- Het woord woordenboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "woordenboek" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "woordenboek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
woordenboek
Veluws
Zelfstandig naamwoord
woordenboek
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.