reu

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reu    (hulp, bestand)
  • IPA: // (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • reu
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘mannetjeshond’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord reu reuen
verkleinwoord reutje reutjes

Zelfstandig naamwoord

dereum

  1. mannelijke hond
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord reu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.