Erbsezaehler

[[Bestand:]]

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ɛrpsəʦɛːlɐ /
Woordafbreking
  • Erb·se·zaeh·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Erbsezaehlerdie ErbsezaehlerErbsezaehlerdie Erbsezaehler
datief re Erbsezaehlerder ErbsezaehlerErbsezaehlerde Erbsezaehler
accusatief en Erbsezaehlerdie ErbsezaehlerErbsezaehlerdie Erbsezaehler

Zelfstandig naamwoord

Erbsezaehler, v

  1. (pejoratief) erwtenteller, geldduivel, geldwolf, gierigaard, knakenpoetser, knibbelaar, knijper, krent, krentenkakker, krentenweger, kribbebijter, kruimelaar, pezewever, pietlut, pin, potschraper potter, schraper, vrek
Opmerkingen
  • Duits:  Erbsenzähler zn 
  • Engels: bean counter, nitpicker
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.