Vlaams

Nederlands

Uitspraak

Geluid: Vlaams (hulp, bestand)
IPA: / vlams / (1 lettergreep)

Woordafbreking

Vlaams

Woordherkomst en -opbouw

erfwoord van Middelnederlands vlaemsch / vlamesc en Oudnederlands flamisk

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Vlaams
verkleinwoord

	enkelvoud	bezitsvorm	meervoud
naamwoord	Vlaams	-	-
verkleinwoord	-	-	-

Eigennaam

het Vlaams o

geen meervoud (taal) Nederlands zoals dat in Vlaanderen gesproken wordt

Hyperoniemen

Nederlands zn

Hyponiemen

Frans-Vlaams, Oost-Vlaams, West-Vlaams

Afgeleide begrippen

Vlaams-Brabant, Vlaams-Brabants, Vlaamse, vlamisme

Vertalingen

1. Nederlands zoals dat in Vlaanderen gesproken wordt

Afrikaans: vlaams ^(af)
Arabisch: الفلمنكية لغة ^(ar) (al-flamankiah lugha)
Bretons: flamankat ^(br)
Catalaans: flamenc ^(ca)
Corsicaans: fiamingu ^(co)
Deens: flamsk ^(da) o
Duits: Flämisch ^(de) o
Engels: Flemish ^(en)
Esperanto: flandra ^(eo)
Estisch: flaami keel ^(et)
Faeröers: flamskt ^(fo)
Fins: flaami ^(fi)
Frans: flamand ^(fr) m
Fries: Flaamsk ^(fy)
Galicisch: flamenco ^(gl)
Grieks: φλαμανδική ^(el) (flamandiké)
Ido: Flandriana ^(io)
Iers: Pléimeannais ^(ga) v
IJslands: flæmska ^(is)
Italiaans: fiammingo ^(it)

Koreaans: 플라드르의 ^(ko) (peulladeuleuui), 플랑드르인 ^(ko) (peullangdeuleungin)
Lets: flāmu valoda ^(lv) v
Luxemburgs: Flämesch ^(lb)
Mongools: фламандын ^(mn) (flamandyn)
Nedersaksisch: Fläämsch ^(nds)
Noors: flamsk ^(no)
Occitaans: flamenc ^(oc)
Oekraïens: фламандський ^(uk) (flamands'kij)
Perzisch: فلمنگی ^(fa) (flamangy)
Pools: flamandzki ^(pl)
Portugees: Flamengo ^(pt)
Russisch: фламандский ^(ru) (flamandskij)
Spaans: flamenco ^(es) m, idioma flamenco ^(es) m
Tsjechisch: vlámský ^(cs)
Welsh: Fflemaidd ^(cy)
West-Vlaams: Vlams ^(vls)
Zweeds: flamländska ^(sv)
Waals: flamind ^(wa)

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	Vlaams	Vlaamser	Vlaamst
verbogen	Vlaamse	Vlaamsere	Vlaamste
partitief	Vlaams	Vlaamsers	-

Bijvoeglijk naamwoord

Vlaams

(demoniem) betrekking hebbende op Vlaanderen of de Vlamingen

Verwante begrippen

Demoniemen bij Vlaanderen in het Nederlands
inwoner: Vlaming • inwoonster: Vlaamse, Vlaminge • bijvoeglijk: Vlaams

Vertalingen

1. betrekking hebbende op Vlaanderen of de Vlamingen

Deens: flamsk ^(da)
Duits: flämisch ^(de)
Engels: Flemish ^(en)
Esperanto: flandra ^(eo)

Frans: flamand ^(fr)
Iers: Pléimeannach ^(ga)
Waals: flamind ^(wa)

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

Het woord Vlaams staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.