allur

Faeröers

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈadlʊr/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord allr, dat van het Protogermaanse woord *allaz komt

Onbepaald voornaamwoord

allur

  1. al
  2. iedereen


IJslands

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈadlʊr/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord allr, dat van het Protogermaanse woord *allaz komt
enkelvoud meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig mannelijk vrouwelijk onzijdig
nominatief alluröllalltallirallaröll
genitief allsallrarallsallraallraallra
datief öllumallriölluöllumöllumöllum
accusatief allanallaalltallaallaröll

Onbepaald voornaamwoord

allur

  1. al, alles, eenieder, iedereen
  2. absoluut, allesomvattend, compleet, geheel, heel, helemaal, in alle opzichten, onverdeeld, totaal, vol, volkomen, volledig, volslagen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.