avers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  avers    (hulp, bestand)
  • IPA: /aˈvɛrs/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • avers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord avers aversen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deaversm

  1. voorzijde van een muntstuk, penning of medaille
Synoniemen
  • beeldzijde
Antoniemen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen aversaverseraverst
verbogen averseaversereaverste
partitief aversaversers-

Bijvoeglijk naamwoord

avers

  1. met afkeer, geneigd tot bestrijden of vermijden van iets
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord avers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /avɛrs/
Woordafbreking
  • avers

Zelfstandig naamwoord

avers monbezield

  1. avers; de voorzijde van munten of waardepapier
Verbuiging
Schrijfwijzen
  • averz monbezield
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • averzní

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.