baobab

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  baobab    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·o·bab
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord baobab baobabs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debaobabm

  1. (bloemplanten) een geslacht Adansonia  van acht soorten dikstammige bomen uit droge, warme gebieden. Zes soorten stammen uit Madagaskar, twee nauw gelijkende soorten uit het vasteland van Afrika en één soort uit Australië
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord baobab staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
52 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /baɔbap/
Woordafbreking
  • bao·bab

Zelfstandig naamwoord

baobab m

  1. (bloemplanten) apenbroodboom; baobab
Hyperoniemen
  • strom m
  • rastlina v
Afgeleide begrippen

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /baɔbap/
Woordafbreking
  • bao·bab

Zelfstandig naamwoord

baobab m onbezield

  1. (bloemplanten) apenbroodboom; baobab
    «Baobab roste v prvních letech svého života velmi rychle.»
    De apenbroodboom groeit in zijn eerste levensjaren zeer snel.
Verbuiging
Hyperoniemen
  • strom m onbezield
  • rostlina v
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.