begroting

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  begroting    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈɣrotɪŋ/
Woordafbreking
  • be·gro·ting
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van begroten met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord begroting begrotingen
verkleinwoord begrotinkje begrotinkjes

Zelfstandig naamwoord

debegrotingv

  1. (financieel) raming van de te maken uitgaven voor de komende tijd
    • Het kabinet heeft de begroting bijna rond. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord begroting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.