beha

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beha    (hulp, bestand)
  • IPA: /beˈɦaː/
Woordafbreking
  • be·ha
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bustehouder’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1950 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord beha beha's
verkleinwoord behaatje behaatjes

Zelfstandig naamwoord

debeham

  1. (kleding) een kledingstuk voor vrouwen dat de borsten ondersteunt
    • Dames dragen vaak beha's. 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beha staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Indonesisch

Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Nederlandse beha.

Zelfstandig naamwoord

béha

  1. (kleding), (informeel) beha, bustehouder
Synoniemen
  • kutang
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.