charlatan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  charlatan    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈʃar.la.tan/
Woordafbreking
  • char·la·tan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord charlatan charlatans
verkleinwoord charlatannetje charlatannetjes

Zelfstandig naamwoord

decharlatanm

  1. (pejoratief) (scheldwoord) (soms charmante) oplichter ('deskundige') gespecialiseerd in bedrog over zijn afkomst, vaardigheden, intenties of prestaties
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord charlatan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  charlatan    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʃaʁ.la.tɑ̃/
Woordafbreking
  • char·la·tan
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

charlatan m

  1. (verouderd) marskramer, ambulante koopman die op markten en openbare plaatsen geneesmiddelen verkocht en kiezen uittrok
  2. (pejoratief) handige oplichter ('deskundige') die met zijn vermeende vaardigheden of kennis anderen probeert geld uit te kloppen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.