eergisteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eergisteren    (hulp, bestand)
  • IPA: /erˈɣɪstərə(n)/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈɪːrχɪstərə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɪːrɣɪstərə(n)/
Woordafbreking
  • eer·gis·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van tijd: op de dag voor gisteren’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • van Middelnederlands (e)erg(h)isteren, samenstelling van eer en gisteren[2]

Bijwoord

eergisteren

  1. (tijdrekening) de voorlaatste dag die voltooid is
     De grote Griek was de eerste die mij aan zijn tafeltje noodde, eergisteren, tijdens de merenda, die elke dag tussen vier en halfrijf wordt geserveerd in de Chinese kamer.[3]
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eergisteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.