frequentie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  frequentie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fre·quen·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord frequentie frequenties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

defrequentiev

  1. aantal keren of herhalingen per tijdseenheid
    • Die tram rijdt met een frequentie van twee keer per uur. 
  2. (natuurkunde) (elektronica) het aantal perioden per seconde, trillingsgetal
    • In de elektrotechniek wordt de frequentie uitgedrukt in de SI-eenheid hertz (symbool Hz). 
  3. (statistiek) het aantal malen dat een bepaalde observatie gedaan is
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord frequentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.