hoe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoe    (hulp, bestand)
  • IPA: /hu/ (1 lettergreep); /ɦu/
Woordafbreking
  • hoe
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

hoe

  1. vragend: op welke wijze?
    • Hoe ging hij naar zijn werk? 
  2. betrekkelijk: op welke wijze.
    • Ik weet niet hoe hij naar zijn werk ging. 
     Ik verbaasde me erover hoe een aantal jonge hikers buiten met de naderende storm omgingen.[2]
Hyponiemen
  • joehoe
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Uitroepend voornaamwoord

hoe

  1. (verouderd) wat
    • Hoe vreselijk is dit alles! 

Gangbaarheid

  • Het woord hoe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Engels

enkelvoud meervoud
hoe hoes

Zelfstandig naamwoord

hoe

  1. hak
  2. schoffel

Hawaïaans

Zelfstandig naamwoord

hoe

  1. roeiriem, roeispaan.

Maori

Zelfstandig naamwoord

hoe

  1. roeiriem, roeispaan.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.