koopje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: koopje (hulp, bestand)
- IPA: /kopjə/
Woordafbreking
- koop·je
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | koopje | koopjes |
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het koopje o
- (handel) iets wat men voordelig koopt
- Die winkel heeft bijna alleen maar koopjes, echt fantastisch!
Antoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
- gunstkoopje, kassakoopje, spotkoopje
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
het koopje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord koop
Gangbaarheid
- Het woord koopje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koopje" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ koopje op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.