kosmonaut

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kosmonaut    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kos·mo·naut
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Russisch, in de betekenis van ‘ruimtevaarder’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
  • uit het Grieks: kosmos (ruimte) en nautes (zeevaarder)
enkelvoud meervoud
naamwoord kosmonaut kosmonauten
verkleinwoord kosmonautje kosmonautjes

Zelfstandig naamwoord

dekosmonautm

  1. (beroep) Russische ruimtevaarder.
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kosmonaut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Tsjechisch

Zelfstandig naamwoord

kosmonaut m bezield

  1. (beroep) (ruimtevaart) kosmonaut; een ruimtevaarder
Verbuiging



Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.