kurkuma
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kurkuma (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kur·ku·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kurkuma | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de kurkuma m [2]
- (plantkunde) meerjarige, wortelstokachtige, kruidachtige plant Curcuma longa afkomstig uit het Indiase subcontinent uit de gemberfamilie Zingiberaceae (wikidata: kurkuma )
- (specerij) wortelstok, eventueel vermalen als poeder, van Curcuma longa gebruikt als geeloranje specerij en kleurstof, vormt de basis van vele curry-kruidenmengsels (wikidata: kurkuma )
- (medisch) specerij uit Curcuma longa wordt gezien als geneesmiddel (onbewezen)
- [1] Een veld met kurkuma en kokospalmen
- [1] Curcuma longa
- [2] Verschillende vormen waarin kurkuma in gerechten wordt gebruikt.
Synoniemen
- curcuma longa, e-100, geelwortel, koenir, koenjit, tarmeriek
Verwante begrippen
Vertalingen
plant en specerij
Gangbaarheid
- Het woord kurkuma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kurkuma" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ kurkuma op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.