kwartel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kwartel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kwar·tel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘hoendervogel’ voor het eerst aangetroffen in 1537 [1]
  • erfwoord: Afkomstig van Vroegnieuwnederlands quartel (1537), met het achtervoegsel -el en uit Indo-Europees *u̯ortokʷ-, zoals Grieks ortíki (ορτύκι (el)), Perzisch vartij’ (ورتیج (fa)) en Sanskriet vartaka (वर्तका (sa)).[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kwartel kwartels
verkleinwoord kwarteltje kwarteltjes

Zelfstandig naamwoord

dekwartelv/m

  1. (hoendervogels) Coturnix coturnix , vederwild en hoendervogel
     Bij een handelaar in Noord-Brabant zijn meer dan 100 vogels in beslag genomen. Het gaat om kerkuilen, Turkmeense oehoes, verschillende soorten kwartels en allerlei soorten tropische vogels, meldt de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID).[3]
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • boomkwartel, boskwartel, dwergkwartel, kuifkwartel, loopkwartel, snipkwartel, tandkwartel
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Zo doof als een kwartel zijn
Erg doof zijn
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kwartel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.