laser

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  laser    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlezər/ (2 lettergrepen)
Gelijkklinkende woorden
Woordafbreking
  • [1]: laser
  • [2]: la·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘stralingsversterker’ voor het eerst aangetroffen in 1964 [1]
  • [1] van Engels laser
  • [2] naam van een type zeilboot, oorspronkelijk [], in 1970 voorgesteld door de Canadees Davison Balfour aan de eveneens Canadese ontwerper Ian Bruce als verwijzing naar [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord laser lasers
verkleinwoord lasertje lasertjes

Zelfstandig naamwoord

delaserm

  1. (optica) lichtbron die uiterst intense lichtstraal van één kleur uitzendt
    • Voor veel lasers geldt dat zij ernstige beschadigingen aan de ogen kunnen veroorzaken. 
  2. bepaald soort zeilboot voor één persoon
    • Binnen enkele maanden kocht mijn vader een laser voor me, een rank zeilbootje dat pijlsnel door het water kan planeren en waarmee je een echte wedstrijdspirit ontwikkelt. [4]
Hyponiemen
  • [1] gaslaser, robijnlaser, röntgenlaser
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
laseren

laser

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laseren
    • Ik laser. 
  2. gebiedende wijs van laseren
    • Laser! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laseren
    • Laser je? 

Gangbaarheid

  • Het woord laser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

laser

  1. (optica) laser; lichtbron die uiterst intense lichtstraal van één kleur uitzendt

Meer informatie

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈleɪ zər /
Woordafbreking
  • la·ser
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 5976
enkelvoud meervoud
laser lasers

Zelfstandig naamwoord

laser

  1. (letterwoord), (optica): laser

Fries

Zelfstandig naamwoord

laser

  1. (optica) laser; lichtbron die uiterst intense lichtstraal van één kleur uitzendt

Meer informatie

Limburgs

Zelfstandig naamwoord

laser

  1. (optica) laser; lichtbron die uiterst intense lichtstraal van één kleur uitzendt

Meer informatie

Pools

Uitspraak
  • IPA: /lasɛr/
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels

Zelfstandig naamwoord

laser m

  1. (optica) laser; lichtbron die uiterst intense lichtstraal van één kleur uitzendt
Afgeleide begrippen
  • laserować imperfectief
  • laserowy
Verwante begrippen
  • laserówka v
  • laserowo (bw.)
  • maser m

Schots

Zelfstandig naamwoord

laser

  1. (optica) laser; lichtbron die uiterst intense lichtstraal van één kleur uitzendt

Meer informatie

Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

laser m

  1. (optica) laser; lichtbron die uiterst intense lichtstraal van één kleur uitzendt
Afgeleide begrippen
  • laseroterapia v
  • laserový
Verwante begrippen
  • laserovka v

Meer informatie

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /lɛjzr̩/
Woordafbreking
  • la·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels

Zelfstandig naamwoord

laser monbezield

  1. (optica) laser; lichtbron die uiterst intense lichtstraal van één kleur uitzendt
Verbuiging
Afgeleide begrippen
  • laserový
Typische woordcombinaties
  • CNC laser monbezield
Verwante begrippen
  • maser monbezield

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.