legbuis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: legbuis (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɛɣbœys / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- leg·buis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leg zn en buis zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | legbuis | legbuizen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de legbuis v / m
- (zoötomie) hol orgaan waarmee een insect het ei ergens diep in kan aanbrengen
Synoniemen
Verwante begrippen
termen uit de entomologie:
Vertalingen
1.
|
Gangbaarheid
- Het woord legbuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "legbuis" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.