nep
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nep (hulp, bestand)
- IPA: / nɛp / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- nep
Woordherkomst en -opbouw
- via Bargoens van Duits Nepp zn [1] [2] [3]
- in de betekenis van ‘bedrog’ aangetroffen vanaf 1927 [4]
- in de betekenis ‘inmaakuitjes’ aangetroffen vanaf 1909 (zie vindplaats hieronder)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | nep | nepper | nepst |
verbogen | neppe | neppere | nepste |
partitief | neps | neppers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
nep
- (Jiddisch-Hebreeuws) (informeel) onecht, vals
- Wat heb je aan zo'n neppe vriend.
- Die diamant is nep.
- (straattaal) met weinig vaardigheid, slecht
- Die voetballer is kapot nep.
Gelijkklinkende woorden
Afgeleide begrippen
- nepper
- nepbom, nepkaas, nepkerstboom, nepmedicijn, nepnieuws, nepopenhaard, neppil, nepschore, nepsneeuw, nepstatuten, nepstatuut, nepzieke, nepziekte
Vertalingen
1. onecht, vals
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nep | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de nep m
- (Jiddisch-Hebreeuws) bedrog, onechtheid
- De nep daarvan is toch overduidelijk!
- (West-Fries) uitjes die alleen nog geschikt zijn om in te maken
- ▸ Toen 't werkvolk te kniebollen (uien wieden) ging, bleek, dat veel plantjes door de uienvlieg waren gedood. Wat nu nog staat, is niet veel meer dan nep (kleine uiens).[5]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
neppen |
nep
Gangbaarheid
- Het woord nep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nep" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ nep op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ "nep" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Vries, J. de (Az.)“Westfriesche woorden”, Groot
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Bretons
Bijvoeglijk naamwoord
nep
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.