paddenstoel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paddenstoel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpɑdə(n)stul/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pad·den·stoel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paddenstoel paddenstoelen
verkleinwoord paddenstoeltje paddenstoeltjes

Zelfstandig naamwoord

depaddenstoelm

  1. (biologie) vruchtlichaam van een doorgaans onder de grond levende schimmel of zwam
    • We zijn paddenstoelen wezen zoeken. 
  2. (Nederland), (verkeer) bepaald type wegwijzer langs een voetpad of fietspad
Schrijfwijzen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: als paddenstoelen uit de grond schieten
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord paddenstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.