pina
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pina (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpina / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- pi·na
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pina | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
pina
- (plantkunde) bepaald soort kleine palmboom Euterpe oleracea
- geen meervoud (bouwkunde) soort dakbedekking gemaakt van palmbladeren
- geen meervoud (bouwkunde) soort schutting gemaakt uit stammetjes van een palmboom
- 1. De pina kan zowel als bosje (midden) als enkele stam (rechts) voorkomen.
Synoniemen
- [1] açaipalm, palissadepalm, pinapalm
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord pina staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pina" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ pina op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Surinaams
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
[A] pina
Afgeleide begrippen
- [1] pinawiki zn
Bijvoeglijk naamwoord
[A] pina
Synoniemen
- poti bn
Afgeleide begrippen
- pinaman zn
- pina-owrukuku zn
- pinasma zn
- pinaten zn
- pinawan zn
Uitdrukkingen en gezegden
- [1] pina leki wan kerki-alataarm zijn als een kerkrat
Werkwoord
[A] pina
Afgeleide begrippen
- pinapina ww
- pinapinafasi bn
Zelfstandig naamwoord
[B] pina
Synoniemen
- pinabon, prasarabon
Verwante begrippen
- podosiri zn
- prasara zn
Afgeleide begrippen
- pinablad, pinabon, pinakampu
Zelfstandig naamwoord
[C] pina
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.