rex

Latijn

Zelfstandig naamwoord

rēx (genitief rēgis) m

  1. koning, heerser.
    «Rēx filiī suīque in rēgiā pulchrā habitant.»
    De koning en zijn zonen wonen in een mooi paleis.
Verwante begrippen
  • regulus
  • -ric
Spreekwoorden
  • a Deo rex, a rege lex
    • van God de koning, van de koning de wet
  • de minimis non curat praetor rex
    • triviale zaken zijn niet de zorg van de koning
Overerving en ontlening
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.