sacrum
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sacrum (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sa·crum
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sacrum | sacra sacrums |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het sacrum o
- (anatomie) een samengegroeid bot aan de onderzijde van de wervelkolom
- Het sacrum maakt een gewricht met het ilium.
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord sacrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Latijn
Woordafbreking
- sa·crum
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van sacer.
Zelfstandig naamwoord
sacrum o
- heiligdom
- heilig voorwerp
- (poetisch) heilig lied
- godsdienstige handeling, ceremonie
- (meervoud) eredienst
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | sacrum | sacra |
genitief | sacrī | sacrōrum |
datief | sacrō | sacrīs |
accusatief | sacrum | sacra |
vocatief | sacrum | sacra |
ablatief | sacrō | sacrīs |
Afgeleide begrippen
- sacellum
- sacerdōs
- sacrārium
- sacricola
- sacrificus
- sacrilegus
- sacrōsānctus
Verwante begrippen
- sacer
- sacrātus
- sacrāre
- sancīre
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.