specht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  specht    (hulp, bestand)
  • IPA: /spɛxt/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • specht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord specht spechten
verkleinwoord spechtje spechtjes

Zelfstandig naamwoord

despechtm

  1. (spechtvogels) benaming voor middelgrote robuuste vogels behorende tot de familie Picidae  die met hun sterke snavel de schors van de bomen openhakken om daaruit de insecten te halen
    • We hoorden een specht trommelen op een boom tijdens onze boswandeling. 
  2. (Vroegnieuwnederlands) (scheldwoord) Spanjaard [2]
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord specht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Middelnederlands

enkelvoud meervoud
nominatief spechtspechte
genitief spechtsspechte
datief spechtespechten
accusatief spechtspechte

Zelfstandig naamwoord

specht m [1]

  1. (spechtvogels) specht

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.