terriër

Nederlands

Uitspraak

Geluid: terriër (hulp, bestand)
IPA: / ˈtɛrijər / (3 lettergrepen); /ˈtɛri.ər/

Woordafbreking

ter·ri·er

Woordherkomst en -opbouw

van Engels terrier zn , in de betekenis van ‘hondensoort’ aangetroffen vanaf 1847 ^[1] ^[2] ^[3]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	terriër	terriërs
verkleinwoord	terriërtje	terriërtjes

Zelfstandig naamwoord

de terriër m

hond uit bepaalde rassen, vroeger veel gebruikt voor de jacht

Hyponiemen

bastaardterriër, borderterriër, bostonterriër, bulterriër, cairnterriër, foxterriër, pitbullterriër, Welsh terrier, yorkshireterriër

Verwante begrippen

hondenrassen:

Vertalingen

1. hond uit bepaalde rassen, vroeger veel gebruikt voor de jacht

Spaans: terrier ^(es)

Gangbaarheid

Het woord terriër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "terriër" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.^[4]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.