windhond

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  windhond    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wind·hond
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  wind zn  en  hond zn , in de betekenis van ‘hondensoort’ voor het eerst aangetroffen in 1567 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord windhond windhonden
verkleinwoord windhondje windhondjes

Zelfstandig naamwoord

de windhond m

  1. hond uit een ras gefokt voor de jacht en hondenrennen
    • Uiterlijke kenmerken van een windhond zijn: diepe borstkas, slank, gebouwd op snelheid en wendbaarheid. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord windhond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.