wintereik
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wintereik (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɪntərˌɛik / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- win·ter·eik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wintereik | wintereiken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wintereik m
- (bloemplanten) bepaald soort loofboom, Quercus petraea , die inheems is in de Benelux en tot 30 meter hoog kan worden
- Bomen met een grotere diameter dan 40 centimeter mogen ook worden gekapt tenzij het gaat om haagbeuk, beuk, zomereik, wintereik, Hollandse linde, winterlinde, zomerlinde, Hollandse iep en gewone es. In die gevallen moet er bij de gemeente wel een kapvergunning worden aangevraagd. [3]
- Het lijkt erop dat de zomer- en wintereiken dit jaar een grote opbrengst aan eikels produceren. Vooral de eiken in cultuurlandschappen en in de steden hangen barstensvol en koersen af op een zogeheten (extreme) volmast, een bijzonder grote oogst. Op de Veluwe is sprake van een gemiddelde mast. Dat meldt de website Natuurbericht.nl. [4]
- 1. De ruwe bast van de wintereik.
- 1. Een grote wintereik.
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- amandelwilg
- berijpte wilg
- beuk
- bittere wilg
- boskers
- boswilg
- Duitse dot
- eetappel
- es
- esp
- Europese vogelkers
- fladderiep
- gele kornoelje
- geoorde wilg
- gewone es
- gewone esdoorn
- gewone vogelkers
- gladde iep
- grauwe abeel
- grauwe wilg
- grootbladige linde
- haagbeuk
- Hollandse linde
- hulst
- katwilg
- kleinbladige linde
- kraakwilg
- kronkelwilg
- laurierwilg
- mispel
- ratelpopulier
- rode kornoelje
- ruwe berk
- ruwe iep
- schietwilg
- Spaanse aak
- sporkeboom
- sporkehout
- steeliep
- veldesdoorn
- vuilboom
- waterwilg
- wegedoorn
- wilde appel
- wilde lijsterbes
- wilde peer
- winterlinde
- witte els
- zachte berk
- zoete kers
- zomereik
- zomerlinde
- zwarte els
- zwarte populier
- zwarte wilg +
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord wintereik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wintereik" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ wintereik op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia 22-04-15 Vinger aan de pols bij nieuwe kapverordening in gemeente Dinkelland
- ↑ De Standaard 20/09/2015 Uitzonderlijke eikeloogst
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.