zomereik

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zomereik    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzomərˌɛik/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zo·mer·eik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomereik zomereiken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dezomereikm

  1. (bloemplanten) bepaald soort loofboom, Quercus robur , die inheems is in de Benelux en tot 35 meter hoog kan worden
    • De zomereik is de eik die het grootste verspreidingsgebied in Europa heeft. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
namen van loofbomen in de Benelux:
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zomereik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.