sporkehout

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sporkehout    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈspɔrkeˌhɑut/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • spor·ke·hout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sporkehout -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetsporkehouto

  1. (bloemplanten) bepaald soort loofboom, Frangula alnus , die inheems is in de Benelux, tot 7 meter hoog kan worden en behoort tot de wegedoornfamilie (Rhamnaceae )
     De eieren worden afgezet op sporkehout of wegedoorn, en daarna fladderen de overwinteraars nog tot juni rond.[3]
Opmerkingen
Synoniemen
Verwante begrippen
namen van loofbomen in de Benelux:
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sporkehout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.