asfalt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: asfalt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- as·falt
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘mineraal hars’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1852 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | asfalt | asfalten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het asfalt o
- een mengsel van bitumen en minerale aggregaten, dat vooral als wegdek gebruikt wordt.
- ▸ De politie heeft woensdagmiddag zo'n dertig actievoerders van klimaatactiegroep Extinction Rebellion aangehouden wegens het blokkeren van de toegang tot de A12 in Den Haag. De demonstranten voerden actie door over de volle breedte van de weg op het asfalt te gaan zitten. Twee anderen ketenden zich aan een auto vast.[2]
- ▸ Na het nemen van de afslag ziet de weg naar boven er nog even mild uit, maar dan begint het asfalt al snel te welven. Er is minder dan een handvol haarspeldbochten, maar de hellingsgraden slopen de eerste reserves uit de benen.[3]
- De weg werd met asfalt bestraat.
Hyperoniemen
Hyponiemen
- asfaltbeton, fluisterasfalt, gietasfalt, steenmastiekasfalt, teerasfalt
Afgeleide begrippen
- asfaltdakwerk, asfalteren, asfaltjeugd, asfaltjungle, asfaltmeer, asfaltpapier, asfaltspreider, asfaltweg
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord asfalt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "asfalt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "asfalt" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Circa dertig aanhoudingen na blokkade Extinction Rebellion op A12 Den Haag” (06 juli 2022), NU.nl
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Slowaaks
Zelfstandig naamwoord
asfalt m
Afgeleide begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /asfalt/
Woordafbreking
- as·falt
Zelfstandig naamwoord
asfalt monbezield
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | asfalt | asfalty |
genitief | asfaltu | asfaltů |
datief | asfaltu | asfaltům |
accusatief | asfalt | asfalty |
vocatief | asfalte | asfalty |
locatief | asfaltu / asfaltě | asfaltech |
instrumentalis | asfaltem | asfalty |
Synoniemen
- aspalt monbezield
- tér monbezield
Afgeleide begrippen
- asfaltér mbezield
- asfaltka v
- asfaltovat imperfectief / perfectief
- asfaltový
Verwante begrippen
|
|
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Turks
Zelfstandig naamwoord
asfalt
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.