balke

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  balke    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bal·ke

Werkwoord

vervoeging van
balken

balke

  1. aanvoegende wijs van balken

Gangbaarheid

  • Het woord balke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Fries

Zelfstandig naamwoord

balke

  1. balk

Limburgs

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈbɑ̀lkɐ/ (Etsbergs)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
balke
beelk
gebalke
klasse 7 volledig

Werkwoord

balke

  1. (Hooglimburgs) vervelen
    «Balk mir neet zoea, went doe haes baeter dinger edoon!»
    Verveel mij niet zo, want jij hebt betere dingen aan het doen!

Middelengels

Woordherkomst en -opbouw
  • [A] Afgeleid van het Angelsaksische balca

Zelfstandig naamwoord

balke [A]

  1. balk
Schrijfwijzen
  • bauke
Overerving en ontlening

Zelfstandig naamwoord

balke

  1. (vleermuizen) vleermuis
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening

Middelnederduits

Zelfstandig naamwoord

balke

  1. balk

Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudnederlandse *balco [1]
enkelvoud meervoud
nominatief balkebalken
genitief balkenbalken
datief balkebalken
accusatief balkebalken

Zelfstandig naamwoord

balke v

  1. balk
Schrijfwijzen
  • balc
Overerving en ontlening

Verwijzingen

Yola

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Middenengelse balke

Werkwoord

balke

  1. hinderen, belemmeren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.