banaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  banaan    (hulp, bestand)
  • IPA: /baˈnan/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ba·naan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord banaan bananen
verkleinwoord banaantje banaantjes

Zelfstandig naamwoord

debanaanv/m

  1. (fruit) een vrucht van de bananenboom, Musa 
    • Eet u vaak bananen of houdt u meer van peren? 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord banaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.