blízký

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bliːskiː/
  • Geluid:  blízký    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • blíz·ký
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *blizъkъ.

Bijvoeglijk naamwoord

blízký

  1. dichtbij, kortbij, nabij; ruimtelijk of in de tijd niet ver verwijderd.
  2. nabij; met betrekking tot menselijke relaties.
  3. (alleen comperatief) nader; gedetailleerd, uitvoerig.
Verbuiging


Vervoeging
Synoniemen
  1. brzký, nedaleký, příští
  2. -
  3. -
Antoniemen
  1. daleký, vzdálený
  2. cizí
  3. -
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • Blízký východ m
Verwante begrippen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.