brzký

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /br̩skiː/
Woordafbreking
  • brz·ký

Bijvoeglijk naamwoord

brzký

  1. nabij, dichtbij
  2. snel, direct, onmiddellijk
  3. vroeg
    «Těšíme se na brzkou shledanou.»
    We verheugen ons op een snel weerzien.
Verbuiging


Vervoeging
Synoniemen
  1. blízký
  2. bezprostřední
  3. časný, ranní, raný
Antoniemen
  1. daleký
  2. pomalý
  3. -
Afgeleide begrippen
  • brzce (bw.)
  • brzkost v
Typische woordcombinaties
  • brzké uzdravení o - snelle genezing
Verwante begrippen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.