cep

Niet te verwarren met: Cep

Middelengels

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Angelsaksische cæppe

Zelfstandig naamwoord

cep

  1. pet, hoed
Schrijfwijzen

Nedersorbisch

Uitspraak
  • IPA: /tsɛp/
Woordafbreking
  • cep

Zelfstandig naamwoord

cep

  1. genitief van cepy
Synoniemen
  • cepow

Pools

Uitspraak
  • IPA: /tsɛp/
  • Geluid:  cep    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cep
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *cěpъ

Zelfstandig naamwoord

cep monbezield

  1. (landbouw) dorsvlegel; een houten landbouwwerktuig om graan te dorsen

Meer informatie

Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /tsɛp/
Woordafbreking
  • cep
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *cěpъ

Zelfstandig naamwoord

cep m

  1. (landbouw) dorsvlegel; een houten landbouwwerktuig om graan te dorsen
Afgeleide begrippen
  • cepár m
  • cepový
Anagrammen

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tsɛp/
Woordafbreking
  • cep
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *cěpъ

Zelfstandig naamwoord

cep monbezield

  1. (landbouw) dorsvlegel; een houten landbouwwerktuig om graan te dorsen
Verbuiging
Afgeleide begrippen
  • cepovat
Verwante begrippen
  • cepník m
Anagrammen
Paroniemen
  • čep

Meer informatie

Verwijzingen

    Turks

    Woordafbreking
    • cep
    enkelvoud meervoud
    nominatief   cep     cepler  
    genitief   cebin     ceplerin  
    datief   cebe     ceplere  
    accusatief   cebi     cepleri  
    locatief   cepte     ceplerde  
    ablatief   cepten     ceplerden  

    Zelfstandig naamwoord

    cep

    1. zak (deel van een kledingstuk)
    2. mobiel, mobieltje, gsm
    Synoniemen
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.