ea

Latijn

Uitspraak
  • IPA: (ĕă) /ˈɛ.ja/, (ĕā) /ˈɛ.jaː/
enkelvoud meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig mannelijk vrouwelijk onzijdig
nominatief iseaid, eaeea
accusatief eumeameōseās
genitief eiuseōrumeārumeōrum
datief eīs, iīs
ablatief

Persoonlijk voornaamwoord

ĕă

  1. zij (nominatief vrouwelijk enkelvoud van de derde persoon)
  2. ze (nominatief of accusatief onzijdig meervoud van de derde persoon)
  3. deze, die

Persoonlijk voornaamwoord

ĕā

  1. door/met haar (ablatief vrouwelijk enkelvoud van de derde persoon)
  2. door/met deze, door/met die


Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.