id

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  id    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɪt/
Woordafbreking
  • id
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord id -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetido

  1. (psychologie) meest oorspronkelijke deel van iemands onderbewustzijn
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'id' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Latijn

Uitspraak
  • IPA: /ɪd/
enkelvoud meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig mannelijk vrouwelijk onzijdig
nominatief iseaid, eaeea
accusatief eumeameōseās
genitief eiuseōrumeārumeōrum
datief eīs, iīs
ablatief

Persoonlijk voornaamwoord

id

  1. het (nominatief of accusatief mannelijk enkelvoud van de derde persoon)
  2. dit, dat

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
ir

id

  1. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van ir
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.