id
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: id (hulp, bestand)
- IPA: /ɪt/
Woordafbreking
- id
Woordherkomst en -opbouw
- van het Latijn id, vertaling door James Strachey van het Duits Es zoals Sigmund Freud dat aan Georg Groddeck (eng) ontleend had
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | id | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het id o
- (psychologie) meest oorspronkelijke deel van iemands onderbewustzijn
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'id' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Latijn
Uitspraak
- IPA: /ɪd/
enkelvoud | meervoud | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | |
nominatief | is | ea | id | eī, iī | eae | ea |
accusatief | eum | eam | eōs | eās | ||
genitief | eius | eōrum | eārum | eōrum | ||
datief | eī | eīs, iīs | ||||
ablatief | eō | eā | eō |
Persoonlijk voornaamwoord
id
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ir |
id
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van ir
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.